Over Divine

Deze auteur heeft nog geen informatie verstrekt.
So far Divine has created 27 blog entries.

Mach-H in actie op 18 en 19 juni

Vorig jaar koos de buurt voor het wijkbudgetproject Mach-H dat onze wijk groener en warmer wil maken. Dit weekend zal Mach-H samen met Gents MilieuFront ongeveer 40 geveltuinen in de Heirniswijk aanleggen. Het zal een bedrijvigheid van jewelste zijn: tegels uitbreken, kabels vastmaken en allerlei bloemen aanplanten. De aanleg van de geveltuintjes in de Machariuswijk is voor begin oktober.

De vijftig wijkbewoners die een gevelbankje aanvroegen, kunnen dit en volgend weekend hun bankje afhalen. Samen met Gevelbank zullen we deze zondag de eerste bankjes installeren.

In het Lousbergpark is er dit weekend doorlopend ons infopunt, zaterdag vanaf 9u en zondag vanaf 10u telkens tot 17u. Als je ook een geveltuin of gevelbank wil, of een handje wil toesteken bij het realiseren van het project, dan kan je het laten weten aan hallo@mach-h.be. Of dit weekend langskomen bij ons infopunt in het Lousbergpark.

Iedereen is welkom!

Het Mach-H-team

2022-06-16T21:04:00+02:0016 juni 2022|Buurt|

Belangrijk archief in het Spaans Kasteel

In 2018 publiceerde Buren van de Abdij een fraai uitgegeven boek over het Spaans Kasteel. Hierin wordt niet vermeld dat er in deze immense dwangburcht gedurende jaren een belangrijk archief werd bewaard: het Trésor de Flandre of de oorkonden van de graven van Vlaanderen (1086-1559). Omdat de graven en gravinnen geen vaste residentie hadden, reisde ook hun oorkondenschat (een verzameling van juridisch belangrijke documenten op perkament) mee met de grafelijke hofhouding en administratie. Belangrijke bewaarplaatsen waren onder andere Brugge, Rupelmonde en Rijsel.

Vanaf het einde van de zestiende eeuw werd dit waardevolle archief in slechte omstandigheden bewaard in de toren van het Gentse belfort en in de Sint-Baafskathedraal. Daarom werd het in 1600 naar een archiefruimte in het Spaans Kasteel overgebracht. Op 9 maart 1678 veroverden Franse troepen de stad en drie dagen later gaf ook de burcht zich over. Toen de Fransen de collectie confisqueerden bleek dat ze niet met zorg was beheerd. De Spaanse militaire leiding had andere zorgen. Het deel van het archief, vaak in deplorabele toestand, dat de Fransen in Gent achterlieten, werd in 1717 naar het Gravensteen overgebracht, waar de Raad van Vlaanderen zijn zetel had.

Na nog eens talrijke omzwervingen kwam dit archief, dat behoort tot de top van het archiefpatrimonium van de middeleeuwse Lage Landen, rond het midden van de negentiende eeuw in het Rijksarchief Gent terecht. Archivarissen onderscheiden in dit archief vier delen, goed voor in totaal 4055 bestanddeelnummers. Het nieuwe archiefgebouw in de Bagattenstraat biedt sinds 2015 de ruimte om dit rijke, waardevolle archief op een professionele manier aan te pakken. Vanaf januari 2019 worden de charters door een gespecialiseerd bedrijf in Nederland gereinigd, gevlakt, gestabiliseerd en herverpakt. Tegen begin 2022 zullen alle charters materieel behandeld zijn en zullen ze digitaal worden verwerkt. Dit belangrijke project kon gerealiseerd worden dankzij een flinke subsidie van het Fonds Baillet-Latour.

Marc Hanson

illustraties: Rijksarchief Gent

2022-04-19T10:57:14+02:0019 april 2022|Abdij, Historisch|

De abdij verhuurt een ‘stove’

Een ‘stoof’ of ‘stove’ was een laatmiddeleeuws badhuis voor 10 à 15 personen, waar vooral bemiddelde lieden vaak in gezelschap genoten van een warm bad, een drankje en een hapje, een gezellig gesprek, een zacht bed en soms meer. Sommige stoven waren inderdaad verdoken bordelen. Er waren stoven voor mannen, vrouwen of beide seksen, met warmwaterbaden of droge warmte. Verwarming gebeurde met open haarden of, efficiënter, met dure tegelkachels. De populariteit van de badhuizen in de steden bereikte een piek in de vijftiende eeuw. Gent telde er toen een veertigtal, ongeveer evenveel als Brugge, bekend vanwege zijn badhuiscultuur.

In de vijftiende eeuw bezat de Sint-Baafsabdij de stove Clinckerspoort, ondergebracht in een groot huis aan de bekende Proostvijver op de Visserij, een deel van het Sint-Baafsdorp. Via de nabije Schelde kon het gebruikte badwater geloosd worden en een waterstraatje dat uitgaf op de rivier zorgde voor discretie. Vanaf oktober 1405 huurde Jan de Winne de stove voor een termijn van zes jaar van de aalmoezenier van de abdij. Hij betaalde hiervoor 12 groten tournoois per week. Vanaf mei 1407 onderverhuurde Jan de stove voor 2, 5 jaar aan het echtpaar Daniel van der Heeken en Aachte van Scaloen voor 16 groten tournoois per week. Hij deed zijn naam dus alle eer aan.

Eind vijftiende eeuw werd de stove omgebouwd tot een gewoon woonhuis. Niet uitzonderlijk. Veel badhuizen werden rond die tijd of nog iets later omgebouwd tot woonhuizen of kleine brouwerijen. Als gevolg hiervan zijn er amper restanten van die kleine middeleeuwse badhuizen. Illustraties in handschriften en later in gedrukte boeken geven ons wel een impressie ervan.

Marc Hanson

illustraties:
Fragment van een illustratie uit de Codex Manesse, 1300-1340. Bron: Universitätsbibliothek Heidelberg
Badhuisscène uit Factorum Dictorumque Memorabilium des Valerius Maximus, 1475. Bron: Wikipedia

2022-03-06T13:34:55+01:006 maart 2022|Abdij, Historisch|

Baafse monniken in bad?

De (Baafse) benedictijnenmonniken namen veel over van de Romeinen, maar niet hun badcultuur in grote, mooi ingerichte badhuizen. Die luxe en aandacht voor het sterfelijk lichaam paste niet bij hun sobere levenswijze. De monniken schonken weinig aandacht aan lichaamshygiëne. Ze vonden het belangrijker de binnenkant, de ziel te reinigen.
Bij de Baafse monniken werd het baden herleid tot een bescheiden ritueel: in het lavatorium of wasplaats wasten ze hun handen vooraleer ze de kerk binnen gingen en ook vóór de maaltijden in de refter. In de Sint-Baafsabdij ligt het lavatorium dan ook in het midden van de oostelijke pandgang, op gelijke afstand van kerk en refter.

In navolging van artsen uit de oudheid zoals Hippocrates en Galenus was baden iets helends, enkel voor zieke monniken. Het bad(huis) bevond zich in of dicht bij de ziekenzaal. Aangezien de meeste monniken gedurende het jaar wel eens ziek werden of deden alsof, konden ze toch heel af en toe een warm bad nemen. De ziekenbroeder strooide vooraf geurige en vooral geneeskrachtige kruiden in het warme badwater. Die werden soms voorgeschreven door een dure arts en geleverd door een Gentse apotheker. Gewend aan soberheid zal de badende monnik misschien des te meer genoten hebben van het weldadige water.

Marc Hanson

illustraties:
Tekening van Michael Wolgemut uit de Kroniek van Neuremberg. Bron: Wikimedia.
Zicht op de abdij met het lavatorium omcirkeld. Bron: Google Earth

2022-02-13T13:13:45+01:0010 februari 2022|Abdij, Historisch|

Waarom is de refter van de Sint-Baafsabdij zo groot?

‘Waarom zo’n grote refter voor twee dozijn monniken?’ vroeg een bezoeker me eens tijdens een rondleiding. ‘Het prestige van abdijen leidde tot grote gebouwen’ heb ik toen geantwoord. ‘Denk bijvoorbeeld ook aan de kerk, de ziekenzaal en de kapittelzaal.’ Maar er is meer. De monniken zaten maar aan één kant en met wat afstand van elkaar aan de tafels, die in een langwerpige u-vorm waren opgesteld. Dat vergemakkelijkte de bediening en de monniken aten toch zwijgend en luisterend naar de voorlezing uit de Bijbel of een ander religieus boek. De voorlezer stond in een nis, die zowel van buiten als van binnen goed te zien is. Soms waren er ook (veel) meer aanwezigen, bijvoorbeeld belangrijke gasten bij feesten of plechtigheden.

Het grote gebouw (40m lang, 10,5m breed en 18m hoog) hield in de winter de koude noordenwind tegen, een functie die in de meeste abdijen voor de kerk, het grootste gebouw, was weggelegd. Die grote gebouwen, rond een min of meer vierkante ruimte opgetrokken, zorgden ook voor de nodige veiligheid en afscheiding van de wereld rondom. Naast prestige, veiligheid en efficiëntie, was er ook de symbolische waarde. De refter was groot omdat er een belangrijke gebeurtenis werd herdacht: het Laatste Avondmaal.

Marc Hanson

illustratie: Suso’s Horologium Sapientiae, Koninklijke Bibliotheek van België.
foto’s: Eddy De Geest

2022-01-17T11:06:15+01:0017 januari 2022|Abdij, Historisch|

De yogi van de abdij delen…

De yogagroep van de Buren van de Abdij schenkt 300 euro aan zowel Hand-in-Hand, de lokale vluchtelingenorganisatie, als het sociaal restaurant De Sluis-Onze Thuis (in de Kasteellaan). Het initiatief kwam van onze yogaleraar Pankaj Sharma die over de jaren een deel van zijn yoga-inkomsten hiervoor opzij had gelegd. “Het strookt met mijn overtuiging dat je altijd een deel van je inkomen moet delen met wie het moeilijker heeft. Dat is goed voor de vrede in de samenleving.” Pankaj’ visie strookte met die van de yogagroep die ook een duit in het zakje deed. Voortaan leggen we voor elke bijdrage van vier euro per les één euro opzij voor maatschappelijke noden. Indien je wil deelnemen aan de yogagroep laat het weten aan vandaele.john@skynet.be. Er zijn enkele plaatsen beschikbaar.

2022-01-06T15:44:34+01:0031 december 2021|Yoga|

Ons Congolese wijkbos groeit

De werkgroep Wijkbos organiseerde na haar wijkboswandeling, in november, die 800 euro opbracht, op zaterdag 11 december een bomenverkoop op de Lousbergmarkt. Op zes uur tijd werd er voor 1100 euro aan bomen verkocht – goed voor 2200 bomen in het Congolese herbebossingsproject Faja Lobi van onze voormalige wijkbewoner Jurgen Heytens. De interesse van de bezoekers was groot. Dank u wel, Lousbergmarkt!!

Eind december vernamen we tevens dat stad Gent ons, in het kader van de projectsubsidies ‘Gentenaars zonder Grenzen’ 4000 euro toekent om de uitbouw van boslandbouw in het kader van Faja Lobi te ondersteunen. De jury vond het project “een voorbeeld in de manier waarop we de link leggen tussen de eigen wijk en het project in Congo”.

2022-01-02T13:14:00+01:0030 december 2021|Faja Lobi Wijkbos|

Beste wensen uit 1906

Deze oude nieuwjaarskaart met een zicht op de Sint-Baafsabdij was bestemd voor juffrouw Fernande Heymans uit de ‘Rue van Hulthem’ in Gent. Het jaartal 1906 is versierd met stekelige hulstblaadjes. De gevleugelde klokken luiden het nieuwe jaar in. Centraal in de uitsnede zien we het opgeknapte en van zijn begroeiing ontdane lavatorium van de Sint-Baafsabdij.

Wenskaarten voor nieuwjaar met stadsgezichten waren in de Belle Epoque eerder uitzondering dan regel. Men zag toen liever snoezige dieren, kleurrijke bloemen en landschappen, schattige kindjes of mensen met wensen enz. De allereerste prentbriefkaarten werden gedrukt rond 1870. Dertig jaar later begon men, geholpen door de verbeterde fotografie- en druktechnieken, massaal prentbrief- en nieuwjaarskaarten te drukken en te versturen, ook in België. Al vrij snel werden ze booming business in steden als Brussel, Gent en Oostende.

Voor de prentbriefkaarten (vanaf circa 1840) waren geporseleinde kaarten in de mode, bedoeld als commercieel drukwerk. Deze kaarten kregen hun glanzend of porseleinachtig uitzicht omdat men ze met een typische steendruktechniek op speciaal bewerkt karton of papier drukte. In navolging van de zakelijke  ‘porseleinkaarten’ begonnen genootschappen en verenigingen (in Gent bijvoorbeeld de dierentuin, de lantaarnaanstekers, de burgerwacht en de reinigingsdienst) een mooie kaart aan te bieden ter gelegenheid van het nieuwe jaar. Die traditie werd dan op haar beurt door particulieren overgenomen: ze stuurden elkaar hun beste wensen via de post.

De jaarwisseling stond al bol van soms zeer oude tradities: feesten, vuurwerk, goede voornemens, het drinken van een borrel, een feestmaal enz. Nu waren er ook nog nieuwjaarskaarten bijgekomen. Deze traditie neemt nu wel af door de vele mogelijkheden om snel digitale wensen te sturen.

Marc Hanson

Illustraties
nieuwjaarskaart Sint-Baafsabdij: privécollectie Ph. Bockstael
nieuwjaarskaart Bonne Année: privécollectie imagesmusicales
porseleinkaart: collectie Huis Van Alijn
nieuwjaarskaart lantaarnaanstekers: collectie Huis Van Alijn

2022-01-06T15:42:46+01:0030 december 2021|Abdij, Historisch|

Welkom Mach-H

Buren van de Abdij heeft er een nieuwe partner bij: Mach-H, de vzw die is opgericht om samen met alle buurtbewoners het wijkbudget-project tot een goed einde te brengen. Dit project integreert verschillende voorstellen om onze wijk Macharius Heirnis nog fijner, warmer en groener te maken. Van bij de aanvang hebben we dit project ondersteund en dat heeft zijn vruchten afgeworpen want dankzij de vele stemmen uit de buurt mag het nu gerealiseerd worden.

We wensen Mach-H veel succes en hopen op een mooie samenwerking!

2021-12-22T16:04:49+01:003 december 2021|Buurt|

Wolvenjacht in de buurt van de abdij

Sinds een paar jaar wordt de wolf, niet zonder enige commotie, opnieuw waargenomen in Limburg. Het was meer dan een eeuw geleden dat die intelligente, maar schuwe dieren, nog in ons land waren gesignaleerd. In de middeleeuwen waren wolven nochtans in Vlaanderen een vast onderdeel van de populatie van wilde dieren. Ze werden net als vossen, everzwijnen en herten bejaagd, ook in de zeer uitgestrekte Sint-Baafsheerlijkheid. Naast deze dieren zorgden ook vossen, everzwijnen, herten, dassen, hazen, konijnen, otters, nertsen, wilde ganzen, kraaien en duiven soms voor economische schade, en joegen de (grote) pachtboeren in dienst van de abdij op kosten om gewassen, vee, bossen en visvijvers te beschermen. Wolven werden nog eens extra gevreesd omdat er in het Sint-Baafsdorp en elders geruchten de ronde deden dat ze soms kinderen aanvielen en doodden.

Vanaf de late veertiende eeuw startten overheid en rijke particulieren campagnes om de populaties van ‘schadelijke’ wilde dieren terug te dringen en loofden ze premies uit voor het doden ervan. In de Sint-Baafsheerlijkheid vroegen jagers ook vanaf toen opvallend veel premies aan voor gevangen/gedode wolven. Als bewijs moest je dan wel de kop, beide oren of de rechter voorpoot van het dier overhandigen aan de gerechtelijke autoriteit. Het STAM is in het bezit van een gemummificeerde wolvenpoot die aan de poort van het Gravensteen was genageld. Het dier was waarschijnlijk in 1736 gedood in Knesselare.

De continue druk en jacht op sommige zoogdieren en vogels leidden soms op termijn tot het volledig verdwijnen van bepaalde dieren, bijvoorbeeld de wolf, uit onze gebieden. Tegenwoordig genieten wolven in de EU-lidstaten bescherming. Maar buiten Europa, bijvoorbeeld in Alaska, kunnen ze legaal geschoten worden en in sommige gebieden krijg je zelfs een premie voor een gedode wolf. De gedode dieren zijn het meest gegeerd voor hun zeer zachte pels.

Marc Hanson

Illustratie: Miniatuur uit ‘The Rochester Bestiary’ ca 1230-1400. Bron: British Library.

Foto: Gemummificeerde wolvenpoot. Bron: stamgent.be.

2021-11-28T13:04:32+01:0028 november 2021|Abdij, Historisch|
Ga naar de bovenkant