Sinds een paar jaar wordt de wolf, niet zonder enige commotie, opnieuw waargenomen in Limburg. Het was meer dan een eeuw geleden dat die intelligente, maar schuwe dieren, nog in ons land waren gesignaleerd. In de middeleeuwen waren wolven nochtans in Vlaanderen een vast onderdeel van de populatie van wilde dieren. Ze werden net als vossen, everzwijnen en herten bejaagd, ook in de zeer uitgestrekte Sint-Baafsheerlijkheid. Naast deze dieren zorgden ook vossen, everzwijnen, herten, dassen, hazen, konijnen, otters, nertsen, wilde ganzen, kraaien en duiven soms voor economische schade, en joegen de (grote) pachtboeren in dienst van de abdij op kosten om gewassen, vee, bossen en visvijvers te beschermen. Wolven werden nog eens extra gevreesd omdat er in het Sint-Baafsdorp en elders geruchten de ronde deden dat ze soms kinderen aanvielen en doodden.

Vanaf de late veertiende eeuw startten overheid en rijke particulieren campagnes om de populaties van ‘schadelijke’ wilde dieren terug te dringen en loofden ze premies uit voor het doden ervan. In de Sint-Baafsheerlijkheid vroegen jagers ook vanaf toen opvallend veel premies aan voor gevangen/gedode wolven. Als bewijs moest je dan wel de kop, beide oren of de rechter voorpoot van het dier overhandigen aan de gerechtelijke autoriteit. Het STAM is in het bezit van een gemummificeerde wolvenpoot die aan de poort van het Gravensteen was genageld. Het dier was waarschijnlijk in 1736 gedood in Knesselare.

De continue druk en jacht op sommige zoogdieren en vogels leidden soms op termijn tot het volledig verdwijnen van bepaalde dieren, bijvoorbeeld de wolf, uit onze gebieden. Tegenwoordig genieten wolven in de EU-lidstaten bescherming. Maar buiten Europa, bijvoorbeeld in Alaska, kunnen ze legaal geschoten worden en in sommige gebieden krijg je zelfs een premie voor een gedode wolf. De gedode dieren zijn het meest gegeerd voor hun zeer zachte pels.

Marc Hanson

Illustratie: Miniatuur uit ‘The Rochester Bestiary’ ca 1230-1400. Bron: British Library.

Foto: Gemummificeerde wolvenpoot. Bron: stamgent.be.