‘Kunst toont je zaken die je anders niet ziet’ was één van de uitspraken die in 2016 op schouw van de herberg hing. Dat is precies wat Koen Deschuyter ons duidelijk maakt met zijn werk. Karton en isomo zijn de grondstoffen die hij meestal gebruikt: via minimale ingrepen toont hij ons de eigenheid en schoonheid van dit materiaal. Ze vormen het omhulsel om producten tijdens het transport te beschermen en waar we liefst zo gauw mogelijk van af willen, vaak zonder ze een blik waardig te gunnen.
Hij maakt ons bewust van het karakter van iets wat niet dient om op te smukken of indruk te maken, van iets dat niets toevoegt aan de inhoud van het gekochte materiaal. Net die functionaliteit, die een spaarzaamheid in de vormgeving meebrengt doet een appel op ons schoonheidsgevoel.
Van afgedankt verpakkingsmateriaal kan je zeggen dat het nutteloos geworden is. Door de schoonheid ervan te tonen wordt een essentieel kenmerk van kunst, namelijk ‘het nut van het nutteloze’ zichtbaar gemaakt.
Vaak wordt dit soort werk in een galerij of museum getoond. De omgeving met zijn meestal witte muren, de sacrale sfeer en de bezoekers die zich aan iets dergelijks verwachten, vormen een dankbare context. Maar, Koen zoekt met zijn werk graag de publieke ruimte op, hij wil zijn werk in de wijde wereld laten leven, op de plekken waar hij zijn grondstof verzamelt. Plekken waar je vrij bent om de schoonheid te ervaren van wat op de achtergrond aanwezig is. De herberg is zo’n plek, waar een kunstenaar dichtbij een publiek kan zijn, dat zich vrij voelt om er al dan niet van te genieten.