Op de door de geschiedenis sterk beladen locatie van de Sint-Baafsabdij krijgt elke ingreep of actie meer gewicht dan elders. Jaren geleden had ik dat gevoel reeds bij een groepsexpo in de tuin van de Abdij. Wat je probeerde een plaats en betekenis te geven in deze omgeving, werd overvleugeld door het stille, historische geweld van de site. Een les in nederigheid heet dat dan.

Nu ik de gelegenheid krijg om een werk te tonen in de Herberg – een geïsoleerde ruimte die een dam opwerpt tegen de druk van de geschiedenis buiten – bleef bovenstaande gedachte spelen en was de selectie van wat ik wou tonen niet evident. Twee foto’s uit de ‘Erased’- reeks, geflankeerd door een hangende sculptuur/maquette was de uiteindelijke keuze, een opstelling gedefinieerd door de ruimte.

Korte schets: in de kern gaat deze reeks over onze stedelijke leefomgeving en hoe die dag na dag transformaties ondergaat. Daarbij denken we meestal aan de grote infrastructuuringrepen die een impact hebben op het leven, handelen en mobiliteit van grote groepen mensen. Zelf wil ik in mijn werk focussen op de minder merkbare veranderingen die tot stand komen in het stadslandschap: het slopen van een gebouw, wat dan een impact heeft op enkele individuen, op een beperkt deel van een buurt. Inzoomend op dit laatste gegeven zie ik een uitermate boeiend werkterrein voor fotografie, tekening en sculptuur. Het proces dat ik daar in ontdek, ‘leegstand – afbraak – voorbereiding – opbouw’ is een opeenvolging van fases die voor de aandachtige toeschouwer, los van het praktische en de banale gang van zaken en mits een esthetisch- filosofische invalshoek, heel wat nuttige elementen bevatten. Met dat materiaal ga ik aan het werk door er zaken uit te lichten, uit te diepen, te bewerken, in een ander perspectief te plaatsen.

Beide foto’s die worden getoond beschouw ik als “Stills” uit het dikwijls snelle en heftige proces dat plaatsgrijpt op een site. Deze beelden leggen een specifiek moment van het proces vast – het snijpunt tussen verdwijnen en verschijnen. Er ontstaat een landschapsvorm die maar heel tijdelijk aanwezig is. De plek in kwestie is opgeruimd, wacht op verdere actie, en in tussentijd heeft men de opportuniteit van inkijk en doorkijk. De gevelrij is doorbroken, de resterende zijgevels vertonen nog vele sporen van eerdere bebouwing, en in de afscherming van de aanpalende woningen ontstaat een soms vrolijk, soms schilderachtig vormenspel dat grote paralellen vertoont met de groteske sculptuur en de producten van vele Land-Art kunstenaars. De heerlijke toevalligheden die hier tot stand komen zijn voor mij een vrijwel onuitputtelijke bron van beeld- en studiemateriaal.

De hangende sculptuur die de foto’s flankeert: het binnen-buiten spel van het volume, de restvorm, het positief-negatief van een huis, symbool voor wat verdwenen is, maar ook voor het nieuwe wat hierdoor ontstaat, alles is hierin gebundeld.

De link met de buurt bestaat erin dat beide foto’s genomen zijn op sites in straten van de Machariuswijk en buurt Nieuwpoort. Mogelijk zijn er herkenbare sporen in de foto’s, mogelijk zijn er mensen die de foto’s hier te zien krijgen die de site effectief bewoond hebben. Ik nodig iedereen hierbij uit om op een andere, scherpere en onbevangen manier mee te kijken naar het spel van ‘Verdwijnen en Verschijnen’, en vooral om verder te kijken dan het gewone, alledaagse, praktische, er valt daar zoveel moois te ontdekken.